Dit heeft de kantonrechter eerder deze maand bepaald in de zaak van een stel uit Eindhoven van wie de rekening werd leeggehaald door een gerechtsdeurwaarder op de dag dat hun uitkering was gestort. 'Deze uitspraak bevestigt eerdere uitspraken in het tuchtrecht', zegt hoogleraar rechtsgeleerdheid Ton Jongbloed van de Universiteit Utrecht. 'We hopen dat een deurwaarder nu weet: dit moet ik zo niet doen.'
Hoewel de rechterlijke uitspraak voor dit stel bindend is en anderen zich daarop kunnen beroepen, moet elk individu nog steeds eerst naar de rechter om zijn leefgeld terug te eisen. Dat moet anders, vinden belangenbehartigers van mensen met schulden, want zo blijven deurwaarders voorlopig rekeningen leeghalen.
Directeur Wilbert van de Donk van gerechtsdeurwaarder Janssen en Janssen zegt dat het inderdaad nog maar de vraag is of alle deurwaarders nu leefgeld zullen achterlaten, omdat de beslaglegger vooraf geen inzage heeft in het saldo van de bankrekeningen. 'Zolang er geen wettelijke regeling is voor het bankbeslag blijft de onduidelijkheid bestaan.'
Advocaat Matthijs Rutten en bewindvoerder Luciënne Duray, die de zaak namens het Eindhovense stel had aangespannen, zien de uitspraak toch als een belangrijke stap in de strijd tegen het bankbeslag als incasso-instrument, waarbij geen leefgeld wordt achtergelaten. Rutten: 'Van bankmedewerkers hoor ik dat op de dag dat de uitkering wordt gestort de deurwaarders in de rij staan om het geld op te eisen.'
Als beslag wordt gelegd op loon, geldt een zogeheten beslagvrije voet, een minimumbedrag dat de schuldenaar mag houden om boodschappen te doen en de vaste lasten te betalen. Dat is minimaal 90 procent van het bestaansminimum (voor een alleenstaande 884 euro, voor echtparen 1.256 euro). Maar bij een eenmalig beslag op een bankrekening is dit niet wettelijk vastgelegd. 'Daardoor hebben degenen die het overkomt soms weken geen geld om van te leven', zegt bewindvoerder Duray.
Lector schulden en incasso Nadja Jungmann van de Hogeschool Utrecht bevestigt het belang van de uitspraak. 'Maar het probleem blijft dat je naar de rechter moet om je gelijk te halen en juist in deze doelgroep weten mensen vaak niet waar ze recht op hebben.'
Als iemand geen regulier inkomen heeft waarop beslag kan worden gelegd, kiezen schuldeisers in de regel voor bankbeslag. Het gebeurt op grote schaal. In 2016 legden de Belastingdienst, het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) en de gerechtsdeurwaarders bij elkaar 450 duizend keer beslag op een rekening, becijferde de Nationale Ombudsman. Van de tienduizend huishoudens die bij de Belastingdienst in beroep gingen omdat ze vonden dat ze te weinig leefgeld overhielden, werden toen vier van de vijf in het gelijk gesteld.
Deurwaarders die een heel banksaldo opeisen zonder een cent aan leefgeld over te laten, het komt geregeld voor. De rechter heeft nu beslist dat dit niet mag.
Eerder is wettelijk vastgelegd dat bij loonbeslag voldoende leefgeld moet overblijven. 'De reden dat deze regels niet meteen ook voor het bankbeslag zijn gesteld, is dat bankbeslag wezenlijk verschilt van loonbeslag', zegt de woordvoerder van Klijnsma. 'Bankbeslag is een eenmalige incasso-activiteit. Van een deurwaarder die beslag legt, mag worden verwacht dat hij dat netjes doet. Hij moet voldoen aan de regels van goed deurwaarderschap.'