Nauwelijks verschil tussen kantonrechter en civiele rechter
Traditioneel beeld achterhaald
De ‘normale’ civiele rechter en de kantonrechter (waar vooral kleinere, eenvoudigere zaken worden behandeld) verschillen helemaal niet zoveel van elkaar als vaak wordt gedacht. Het beeld van de kantonrechter als praktisch ingestelde en op snelheid gerichte rechter tegenover de meer formele, zorgvuldige civiele rechter, klopt niet meer. Deze conclusie trekt promovendus en kantonrechter Kim van der Kraats in haar proefschrift De (eigen)aardigheid van de kantonrechter. Zij promoveert op 1 september aan de Universiteit Utrecht op dit onderwerp.
Bij civiele rechtszaken staan personen en/of bedrijven tegenover elkaar. Kantonrechters behandelen civiele zaken met een financieel belang tot 25 duizend euro. Boven dit bedrag worden zaken door de civiele rechter behandeld. Eerder lag de grens bij 5 duizend euro, maar in 2011 is deze verhoogd. De gedachte was door meer rechtszaken bij de kantonrechter onder te brengen, dat deze ook sneller zouden worden behandeld.
Kantonrechter Kim van der Kraats, tevens teamvoorzitter handel en kanton bij de rechtbank Overijssel: 'Ook onder rechters bestaat het beeld van de ervaren kantonrechter die pragmatisch en snel tot een praktisch oordeel komt en korte uitspraken schrijft. Iemand die de wet ziet als gereedschap om tot een oplossing te komen, actief is en dicht bij partijen staat. De civiele rechter zou meer formeel, gedegen en lijdelijk zijn, met doorwrochte uitspraken als resultaat. Ik wilde weten of die verschillen er inderdaad zijn.' Om tot een antwoord te komen pluisde ze dossiers van rechtszaken door, deed literatuuronderzoek en vroeg rechters naar hun ervaringen.
'Het blijkt dat in de praktijk in het procesverloop en de toepassing van het procesrecht (regels over hoe een rechtszaak moet worden gevoerd, red.) veel meer overeenkomsten dan verschillen zijn tussen de kantonrechter en de civiele rechter. Er zijn wel wat verschillen maar deze zijn te klein om echt te kunnen spreken van een "kantonmethode"', stelt Van der Kraats. 'Daarbij worden veel verschillen vaak niet door de persoon van de rechter bepaald, maar vooral door de manier waarop rechtbanken zijn georganiseerd.' Zo blijkt uit het onderzoek dat kantonrechters gemiddeld meer ervaren zijn, maar dat is vooral een overblijfsel uit het verleden toen inderdaad ervaren rechters op deze plek werden neergezet. Tegenwoordig wijzen rechtbanken juist steeds vaker jongere rechters als kantonrechters aan. Ook worden zaken door de kantonrechter sneller behandeld, maar dit komt bijvoorbeeld omdat ze op een kortere termijn dan bij de civiele rechter worden ingepland.
Van der Kraats doet aanbevelingen om rechtszaken nog beter te kunnen behandelen. Bijvoorbeeld door de procedure minder formeel te maken, niet te hoge eisen aan partijen te stellen, minder met wetswijzigingen te proberen de procedure te versnellen en meer te focussen op manieren die de rechter in staat stellen goed werk te leveren. Denk aan genoeg tijd voor zittingen of tijd om een vonnis te schrijven. Rechters moeten kunnen afwijken van standaardprocedures, vindt Van der Kraats. En mensen moet vaker de mogelijkheid worden geboden om op een zitting – en niet alleen op papier – hun verhaal te komen vertellen.
'De civiele rechter en kantonrechter zijn naar elkaar toegegroeid. Ze lijken inmiddels zo erg op elkaar dat ik denk dat je het onderscheid kunt opheffen,' vindt Van der Kraats. Ze ziet wel dat er in de samenleving behoefte is aan een laagdrempelige, praktisch ingestelde rechter die goedkoop en efficiënt rechtspreekt bij alledaagse geschillen. 'Er zou nader onderzoek moeten worden gedaan om te kijken hoe aan die behoefte van de samenleving tegemoet kan worden gekomen. Ik constateer alleen dat er nu nauwelijks verschil meer is tussen de kantonrechter en de civiele rechter.'
Bron: https: www.rechtspraak.nl