NOVA pleit voor hardheidsclausule in faillissementswet
De Nederlandse orde van advocaten is het niet eens met het voornemen van minister Blok (Veiligheid & Justitie) om de hardheidsclausule te schrappen uit de nieuwe Faillissementswet. De clausule biedt schuldeisers de mogelijkheid na het verstrijken van de indieningstermijn alsnog een vordering in te dienen.
Volgens de minister is deze clausule niet nodig omdat het gewijzigd wetsvoorstel curatoren verplicht potentiële schuldeisers tijdig te informeren over de indieningstermijn. Bovendien wordt de termijn ook vermeld in het centrale insolventieregister.
De NOvA is het niet eens met deze argumentatie. De hardheidsclausule is immers juist bedoeld voor de uitzonderingssituatie waarin een schuldeiser niet op de hoogte is en ook niet kon zijn van de indieningstermijn, stelt de orde in zijn advies aan de minister. ‘De verplichting van de curator om de schuldeisers in kennis te stellen van de indieningstermijn biedt in ieder geval niet de door de wetgever beoogde zekerheid aan de schuldeisers, om de simpele reden dat een curator slechts de bij hem bekende schuldeisers zal aanschrijven.’
De NOvA pleit er verder voor om in de wet op te nemen dat curatoren slechts de ‘inspanningsverplichting’ hebben om schuldeisers tijdig te informeren over de indieningstermijn. Daarmee kan worden voorkomen dat spijtoptanten schade als gevolg van het missen van de indieningstermijn op de boedel of de curator in persoon proberen te verhalen, met het argument dat ze geen kennisgeving van de curator hebben ontvangen.
Het wetsvoorstel tot wijziging van de Faillissementswet en enige andere wetten in verband met het moderniseren van de faillissementsprocedure (Wet modernisering faillissementsprocedure) is op 15 juni naar de Tweede Kamer gestuurd. Op 1 juli werd de wet ook al aangepast, waarbij de curatoren extra taken kregen toebedeeld.
Bron: advocatenblad