KBvG ondersteunt nieuw kostprijsonderzoek
Het Algemeen Dagblad publiceert op maandag 20 oktober 2014 een artikel waarin de suggestie wordt gewekt dat de kosten die schuldenaren moeten betalen voor het werk van de deurwaarder, te hoog zouden zijn. De KBvG ondersteunt een nieuw kostprijsonderzoek, maar vindt die conclusie veel te kort door de bocht. De voorzitter van de KBvG, John Wisseborn, legt uit waarom
“Een nieuw kostprijsonderzoek is prima, die kan dan rekening houden met de tegenwoordige eisen aan het ondernemerschap. Maar het is erg onjuist om te stellen dat er zoveel lucht zit in de huidige tarieven. De onafhankelijke toezichthouder BFT meldt in haar jaarverslag 2013 nota bene dat het netto bedrijfsresultaat voor de beroepsgroep in vergelijking met 2012 is gehalveerd! Dat staat haaks op de conclusie van het AD dat de deurwaarderstarieven te hoog zijn.” “De kosten die door een schuldenaar voor het werk van de deurwaarder moeten worden betaald zijn gebaseerd op een kostprijsonderzoek dat is uitgevoerd door onafhankelijke accountants, in opdracht van het ministerie van Veiligheid en Justitie. Die kostprijs is een gemiddelde. Dat betekent dat er geen onderscheid wordt gemaakt of een deurwaarder moet afreizen naar Texel om zijn werk te doen, of dat hij om de hoek moet zijn. De wet bepaalt dat een schuldenaar altijd hetzelfde betaalt. Een schuldenaar op Texel hoeft dus niet meer te betalen dan een schuldenaar in Amsterdam. Dat is een transparant systeem.
Het is overigens hetzelfde systeem als dat van het griffierecht: dat is ook telkens hetzelfde, ongeacht de gecompliceerdheid van een rechtszaak. De Minister stelt de kosten jaarlijks bij aan de hand van de prijsontwikkelingen.” Wisseborn vervolgt: “Net als notarissen en advocaten zijn ook gerechtsdeurwaarders ondernemers. En wat voor de notaris en de advocaat geldt, geldt ook voor de deurwaarder: klanten willen een goede service voor zo weinig mogelijk geld.